Hoofdstuk 13

Tweede scherm behorend bij hoofdstuk 13 

  • Pagina 154

Ja, het bestaat echt, Das Rollende Hotel. En al een poosje ook. Het concept bestaat al sinds 1954! Zie hier een filmpje uit 1962 over een reis van 36000 kilometer van München naar Calcutta en terug.  Het laatste decennium veroveren ze de hele wereld en je komt ze letterlijk in alle uithoeken van de wereld tegen. Van 7 tot 50 dagen en bijna alles daar tussenin. Er reizen vrijwel uitsluitend Duitsers mee. Dat kan bijna niet anders want alles moet natuurlijk pünktlich verlopen, wil je 40 volwassenen laten eten, slapen, wassen en aankleden. Zo krijgt iedereen per dag een muntje om 1 minuut te douchen en er schijnt om die muntjes gedobbeld en gekaart te worden ‘s avonds. Het zijn ook nog eens veelal ouderen (gepensioneerden) die er gebruik van maken. Je slaapt dus in soort opgestapelde kisten van twee meter lang, 60 centimeter breed en 80 centimeter hoog. In een schoenendoos door Italië, aldus NDR1 

En zeg eerlijk: het doet toch serieus aan een veewagen denken. Daar wil je toch als bejaarde niet mee reizen? O zouden ze zo al vast kunnen wennen aan de houding die ze binnen afzienbare tijd voor de eeuwigheid zullen aannemen?

Zo koop je een auto in Australië

Ons reisplan voor Australië was als volgt: van Sydney via Melbourne naar Tasmanië, vervolgens via Adelaide richting Perth en langs de westkust omhoog naar Broome, dan naar Darwin in het noorden, vervolgens via Cairns in het oosten naar Brisbane, om van daar naar Nederland terug te vliegen. Een rondje Australië ‘met de klok mee’, van zo’n 25.000 kilometer. Voor een dergelijk ritje loont het een auto te kopen in plaats van te huren. Bovendien wilden we een fourwheeldrive (4wd), en die zijn helemaal onbetaalbaar om voor langere tijd te huren. Een keuze voor een 4wd is uit economische overwegingen niet direct verstandig, want ze zijn duur in aanschaf, duur in onderhoud, en ze slurpen brandstof. Maar wil je echt een keer ‘off the beaten (en geasfalteerde) track’ dan heb je toch echt een 4wd nodig.

Zelf heb ik weinig verstand van auto’s en nog minder van fourwheeldrives. Dat helpt natuurlijk niet als je zo’n voertuig wilt kopen. Vrijwel iedereen die ik over de aanschaf raadpleegde, was ervan overtuigd dat Toyota de beste fourwheeldrives produceerde en dat deze nooit kapotgingen. Ik wist niet in hoeverre dit waarheid of hype was, maar het zorgde er in elk geval voor dat de Toyota Land Cruiser de duurste en met afstand de populairste 4wd in Australië was. Ook werd mij steeds op het grote voordeel gewezen dat er door heel Australië Toyota-onderdelen waren te krijgen – wat ik op zich vreemd vond voor een auto die nooit kapotging. Een ander pluspunt was dat je een Toyota vanwege de populariteit weer makkelijk kon doorverkopen. 

Er kwam nog meer kijken bij het kopen van een auto in Australië. Allereerst was daar de registration, ook wel rego genoemd. Dit was, voor zover ik het denk te hebben begrepen, een kruising tussen wegenbelasting, apk en een WA-verzekering. Elk jaar moest er nieuwe registration worden betaald, waarbij de auto moest worden gekeurd. Dit kostte tussen de 700 en 1000 dollar en was afhankelijk van de staat, het type auto, de stand van de maan en waarschijnlijk nog een aantal factoren, waar ik niet achter ben gekomen. Het lastige hierbij was dat elke staat – Australië heeft er zes – zijn eigen regels en prijzen hanteerde. De ene staat keurde heel streng en in een andere staat hoefde je je auto alleen maar te starten om een nieuwe rego te krijgen. Verlenging van de rego kon alleen in de staat waar de auto stond geregistreerd en omdat wij de auto een halfjaartje later weer wilden verkopen in Brisbane – gelegen in een andere staat dan Sydney – moest er in ons geval nog ten minste een half jaar rego op de auto zitten.

Eenmaal overgeleverd aan de grillen van de autoverkopers kregen we wat schoolvoorbeelden van hoe je bepaalde zaken van verschillende kanten kunt belichten en deze vooral in jouw voordeel kunt uitleggen. Ten aanzien van de brandstof (diesel, benzine of gas) bijvoorbeeld. Autoverkoper 1: ‘Gaan jullie veel kilometers maken? (Uiteraard.) Dan is deze perfect voor jullie, want hij rijdt op gas; dat is véél goedkoper.’ Op zich klopte dat. Autoverkoper 2: ‘Gas? Je gaat toch de outback in? Daar kun je toch geen gas kopen, dus daar heb je niks aan.’ En op zich klopte dat ook. Autoverkoper 3 vertelde ons dat we het best een diesel konden nemen, aangezien diesel in de outback beter verkrijgbaar zou zijn dan benzine, terwijl autoverkoper 4, die ons een benzineauto probeerde te verkopen, datzelfde argument gebruikte, maar dan precies omgekeerd. Hieruit concludeerden we dat er waarschijnlijk niet al te veel verschil zat tussen de verkrijgbaarheid van benzine en diesel in de outback. 

De verkoper van de dieselauto rekende ons voor dat we met een diesel veel goedkoper uit zouden zijn vanwege het feit dat die zuiniger reed, terwijl een verkoper van de benzineauto ons weer wist te vertellen dat de prijs van diesel hoger was dan van benzine en dat diesels veel duurder in onderhoud waren en dat we daarom beter een benzinewagen konden kopen. En liet hij daar nou nét een van in de aanbieding hebben! Wat een geluk, dat hadden wij weer. ‘Dit is een automaat, dat is helemaal perfect als je door los zand gaat rijden,’ beweerde de verkoper van een 4wd met automatische versnelling. Dit verifieerden we vervolgens bij een andere verkoper van een handgeschakelde auto, en die beweerde – uiteraard: ‘Een automaat? Daar heb je helemaal niets aan als je off-road gaat rijden.’ 

De verkoper van een Holden Jackaroo wist ons te vertellen dat er van die auto absoluut de meeste onderdelen beschikbaar waren, terwijl datzelfde beweerd werd door een andere verkoper van een Toyota Land Cruiser, met bijkomend argument dat de onderdelen van de Land Cruiser relatief goedkoop waren omdat deze door de populariteit overal beschikbaar waren. Een verkoper van een Mitsubishi waarschuwde dat door de populariteit van de Land Cruiser de onderdelen daarvan juist schreeuwend duur waren, uiteraard in tegenstelling tot die van de Mitsubishi. 
Moraal van dit verhaal: autoverkopers kunnen krom praten wat recht is – dat zal geen nieuws zijn – en elk nadeel heeft zijn voordeel. Maar dat laatste wist Johan Cruijff al jaren.

Mijn vriendin had haar zinnen gezet op een Land Cruiser. We hadden geluk. Een van de verkopers bleek goed naar ons te hebben geluisterd en belde zowaar een dag later terug met de mededeling dat hij op een veiling precies had gevonden wat wij zochten: ‘Een Toyota Land Cruiser Sahara, 4.0 liter, uit 1990, slechts 166.000 op de teller, ziet er prima uit, rijdt als een zonnetje en kost slechts 6500 dollar. Direct inpakken of wil je toch een proefrit maken?’ Mijn vriendin was al verkocht, maar zelf was ik door alle praatjes van de diverse autoverkopers op mijn hoede en ging ik met de nodige argwaan terug naar de dealer. Het betrof een benzineauto en deze verkoper had ons de dag ervoor, toen hij ons een Nissan Patrol-diesel wilde aansmeren, nog verzekerd dat benzine lastig verkrijgbaar was in de outback.

Toen we aankwamen zagen we een niet onaantrekkelijke Land Cruiser Sahara staan. ‘Sahara’ zei ons niks, maar dat bleek het topmodel van de Land Cruiser te zijn, inclusief alle toeters en bellen. Alles was elektrisch en automatisch, en er zat zelfs een koelkast met ice maker in. Hij reed ook nog eens erg lekker en toen was ook ik om. En zo waren we, na een weekje autospeuren, de trotse bezitters van een Toyota Land Cruiser Sahara en konden we aan onze road trip beginnen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *