Pensioenvisie voor Volt

Volt wil ‘grote systeemveranderingen die de crises oplossen‘. Volt maakt de keuze voor een ‘complete sociaal-economische omwenteling’. Want ook bij Volt geldt: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Zo valt her en der te lezen.

Dat klinkt goed. Op pensioengebied kunnen we immers wel wat systeemveranderingen gebruiken. Bij onze pensioenen dragen namelijk de zwakste schouders de zwaarste lasten.

Ik ben lid geworden van Volt om input te kunnen leveren op het onderwerp pensioen. En voor het eerst heeft Volt in het programma iets over pensioen geschreven. Maar om eerlijk te zijn… niet erg vernieuwend.

Ik ga in dit stuk in op de pensioenparagrafen van het verkiezingsprogramma en doe suggesties hoe we dit wél vernieuwend, toekomstbestendig en sociaal kunnen maken. En ik laat zien wat we kunnen leren vanuit het buitenland…

Verkiezingsprogramma Volt

De vet gedrukte passages komen uit het concept verkiezingsprogramma van Volt, $ 4.5.4. Daartussen mijn reacties.

“Binnen de Europese Unie wordt het Nederlandse pensioenstelsel als goed voorbeeld gezien, omdat onze gepensioneerden relatief hoge inkomens hebben. Dat komt met name doordat het in Nederland verplicht is om pensioen op te bouwen via de werkgever. Toch zijn er ook nog veel werkenden die geen pensioen opbouwen naast de AOW. Zij lopen groot risico om straks in armoede te vervallen of hun oude dag steeds verder uit te moeten stellen. Deze uitdaging pakken we aan door een basispensioen met een minimale premieafdracht te introduceren.

Het klopt dat gepensioneerden in Nederland een hoog inkomen hebben vergeleken met andere landen. Dat komt door een hoge mate van pensioenverplichting, en niet zo zeer door het stelsel zelf. Nederland heeft zelfs het hoogste pensioenvermogen per hoofd van de bevolking. Dus waarom is er in een land met zulke grote pensioenvermogens zoveel onvrede over de pensioenen?

Dat komt doordat bij pensioenfondsen alles in een collectieve pot gaat, zonder dat duidelijk is wat van wie is en wie wat heeft ingelegd. Dus voelt iedereen zich tekort gedaan. Daar moet – door de overgang naar een stelsel met individuele pensioenpotten – verbetering in komen. Alleen daar zijn we nog niet. En de transitie daar naartoe is nogal een uitdaging…

Dat lang niet iedereen in loondienst pensioen opbouwt, komt door de manier waarop we dit in Nederland (proberen te) verplichten. Want in tegenstelling tot wat velen denken, kennen we in Nederland geen pensioenplicht. Wel is op CAO niveau bepaald, dat bedrijven die actief zijn in een branche met een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds, ook verplicht zijn het pensioen van hun werknemers onder te brengen bij dit pensioenfonds. Dit geldt met name voor de meer traditionele beroepen. Bedrijven werkzaam in de metaal zitten bij pensioenfonds Metaal. Ben je werkzaam in de bouw, zit je bij pensioenfonds Bouw. Etc.

Nieuwere beroepen, zoals ICT bedrijven, consultancy en zelfs de advocatuur kennen dit niet. Bovendien verandert werk steeds sneller en opereren bedrijven steeds vaker op meerdere vlakken. Waardoor het steeds vaker onduidelijk is of een werkgever onder een CAO valt, en zo ja welke. Dit zorgt ervoor dat – ondanks alle inspanningen – de zogeheten witte vlek – werknemers zonder pensioen – maar niet kleiner wordt. Ook zorgt het voor allerlei tijd- en geldrovende conflicten.

Wat zou wél een radicaal vernieuwende oplossing voor dit hardnekkige probleem zijn? Een algehele pensioenplicht voor alle werkgevers, welke los staat van eventuele CAO’s. Werkgevers hebben dan wél de keuze waar ze hun pensioen kunnen onderbrengen, maar niet óf ze een pensioenregeling aanbieden. Er geldt een minimale plicht (bijvoorbeeld 10% van de pensioengrondslag). Meer mag, maar is niet verplicht.

Daarnaast staat ons pensioenstelsel door toenemende vergrijzing steeds meer onder druk. Een goed pensioen met goede voorwaarden wordt daardoor voor iedereen minder vanzelfsprekend. Daarom is het belangrijk dat we het pensioenstelsel weer toekomstbestendig maken en voor iedereen een goed pensioen in het vooruitzicht stellen.

1. Er wordt goed gemonitord of de doelen van de Pensioenwet worden gehaald. Dit doen we door de wet vaker te monitoren en verbeteringen aan te dragen voor vereenvoudiging.

Wat er beoogd wordt met het ‘goed monitoren van de pensioenwet’ is onduidelijk. En ook op welke manier dit zou moeten bijdragen aan het ‘toekomstbestendig maken’. Wellicht dat de auteurs van dit stuk uitleg kunnen geven.

Vereenvoudiging zou zeker wenselijk zijn. Met name omdat één van de doelen van het nieuwe pensioenstelsel – eenvoudiger, transparanter en begrijpelijker – niet behaald is.

Het goede nieuws is dat er eenvoudiger nieuwe oplossingen aankomen. Nota bene vanuit Europa. Hierover verderop meer…

“2. We introduceren een basispensioen voor alle werkenden naast de AOW, met een minimale premieafdracht. Sociale partners, werkgevers en beroepspensioenverenigingen mogen altijd méér afspreken dan het minimum.

De introductie van een ‘basispensioen voor alle werkenden’ is onnodig als de hierboven gedane suggestie voor een algehele (minimale) pensioenplicht wordt opgevolgd. Bovendien lijkt dit voorstel van Volt wederom een sectorale benadering te hanteren (beroepspensioenverenigingen?) waardoor het eerder genoemde problemen niet worden opgelost.

“3. We willen een wettelijke verplichting voor alle typen pensioenuitvoerders om op één en dezelfde manier te publiceren over de kosten van de pensioenregeling in relatie tot de hoogte van het pensioen, de soorten pensioen die je ervoor terug krijgt en het serviceniveau.

Dit is een goed idee. En belangrijk als werkgevers kunnen kiezen bij wie ze hun pensioen kunnen onderbrengen, aangezien er zo een betere vergelijking kan worden gemaakt. En pensioenfondsen de concurrentie aan kunnen gaan met pensioenverzekeraars.

“4. We moderniseren het partnerpensioen: we bieden de optie om versneld meer pensioen op te nemen.

Het is goed om het partnerpensioen te moderniseren. Het huidige partnerpensioen gaat er eigenlijk er nog altijd van uit dat er maar één persoon verdiencapaciteit heeft (van oudsher de man) en dat de achterblijvende partner (van oudsher de vrouw) levenslang een uitkering moet krijgen.

Dit is niet meer van deze tijd. Maar waarom zouden we dit oplossen door ‘versneld pensioen opnemen’? Er zijn eenvoudiger oplossingen die beter bij de huidige arbeidsmarkt passen. Bijvoorbeeld een collectieve overlijdensrisicoverzekering die gedurende een beperkt aantal jaren een hogere uitkering geeft, in plaats van levenslang een lage uitkering, zoals in het huidige systeem. Zo’n verzekering loopt tevens gewoon door wanneer iemand uit dienst gaat, iets dat niet het geval is bij een partnerpensioen.

Visie op een toekomstbestendig pensioen

Hoe zijn we in de huidige situatie beland en wat is dan die stip op de pensioenhorizon?

Ons pensioenstelsel is ontstaan in een tijd dat mensen hun leven lang hetzelfde werk deden. En er voor vrijwel elk beroep nog een pensioenfonds bestond. De meeste mensen zaten daardoor hun leven lang bij hetzelfde pensioenfonds. Toen werkte het stelsel prima.

Inmiddels switchen mensen steeds vaker van baan. Of van arbeidsvorm. De gemiddelde 35 jarige heeft al een handvol pensioenregelingen. Regelingen die tot aan je dood geadministreerd moeten worden. Inefficiënt, duur en niet te begrijpen.

Het zou veel logischer zijn als iedereen een eigen individuele pensioenrekening krijgt. Net zoals je een bankrekening hebt. Als je ergens gaat werken wordt je loon op je bankrekening gestort, en de pensioenbijdrage – het uitgestelde loon – op de pensioenrekening. Als je van baan switcht ga je ook niet van bank veranderen, dus waarom wel van pensioenregeling? En als je zzp’er stort je zelf op die rekeningen. Periodiek kun je overstappen naar een andere aanbieder. Net zoals bij onze zorgverzekering. En net zoals bij de pensioenen in Chili trouwens…

Pan-europees pensioen

Zou het niet nog mooier zijn als je die pensioenrekeningen ook gewoon mee zou kunnen nemen als je naar een ander Europees land verhuist? Zou het niet mooi zijn als er een pan-Europees pensioenproduct zou komen, zodat mensen die in verschillende landen werken, hun pensioenpot gewoon mee zouden kunnen nemen? Om niet in allerlei landen kleine pensioenpotjes te hebben?

Goed nieuws: sinds kort is dat er al! Dat heet PEPP. En dat staat voor Pan Europees Pensioen Product. Natuurlijk best vreemd dat Volt hiervan niet op de hoogte lijkt te zijn. Dit is een eenvoudig, modern en toekomstbestendig pensioen. Een daadwerkelijke individuele pensioenpot, welke mee te nemen is naar andere landen. En omdat in het verkiezingsprogramma te lezen valt dat ‘Volt belemmeringen wil wegnemen voor Europeanen die over de grens, ergens anders in
Europa, willen werken’. zou Volt de PEPP moeten omarmen. Pensioen is immers één van die belemmeringen.

In andere landen in Europa kun je je eerder opgebouwd pensioen naar zo’n eigen PEPP pensioenpot overdragen. In Nederland is dit echter niet mogelijk. De huidige pensioenbranche (fondsen en verzekeraars) is er niet happig op dat er mogelijk geld ‘wegloopt’ naar het buitenland. En daarom is dit in Nederland – in tegenstelling tot andere Europese landen – niet mogelijk. Ondanks dat we vrij verkeer van goederen en diensten kennen. Volt zou bij uitstek de partij moeten zijn om hier iets van te vinden. En een afwijkende mening te hebben.

Doordat Nederland zo’n groot pensioenvermogen heeft, prijken we hoog op ranglijstjes over ‘beste pensioenstelsels’. Daarom kijken we nauwelijks over de grens en staren we naar onze navel… Toch loont het de moeite om eens wat verder over de grens te kijken.

Solidariteit 2.0

Het is een fijn klinkend woord, solidariteit. Maar waar je zou verwachten dat dit betekent dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, is dat op pensioengebied precies andersom. De lager opgeleide, minder gezonde en korter levende deelnemer subsidieert significant de hoog opgeleide, gezonde en langer levende deelnemer in het fonds. Onder het mom van solidariteit… Daarom wordt dit ook wel ‘omgekeerde’ of ‘perverse solidariteit’ genoemd. De hoger opgeleide hoor je hier nooit over. De lager opgeleide ook niet overigens. Het best bewaarde geheim van ons pensioenstelsel. En het zijn niet de lager opgeleiden die dit stelsel vormgeven.

Pensioen is een verzekering tegen het langlevenrisico. Maar het is het enige risico waarbij we doen alsof dat voor iedereen even groot is. Lager opgeleiden leven simpelweg een stuk korter dan hoger opgeleiden. En bovendien moeten ze ook nog eens langer doorwerken dan hoog opgeleiden. En voor iedereen die denkt dat het lastig is om dit risico individueel vast te stellen: we doen dit wél bij het kortlevenrisico. Als een lager opgeleide een levensverzekering wil afsluiten is hij juist meer geld kwijt dan een hoog opgeleide… Ik schreef er dit artikel over in Trouw.

Dus als Volt op pensioengebied echte solidariteit wil, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, moet ze hier een punt van maken.

Voor een mogelijke oplossing kunnen we over de grenzen kijken. Zo kunnen mensen in Engeland die een kortere levensverwachting hebben een hogere pensioenuitkering krijgen. En ja, als velen daar gebruik van maken, heeft dat gevolgen voor de pensioenuitkering van hoger opgeleiden. Maar dat is niet minder dan terecht…

Verder over de grenzen kijken

Laten we ‘op zijn Volts’ nog iets verder buiten de grenzen kijken. Naar een land als Singapore bijvoorbeeld. Daar kennen ze de term pensioen niet eens. Daar hebben ze één pot voor wonen, zorg en de oudedag. Central Provident Fund heet dat. Voeg daar nog een bedrag voor een leven lang leren aan toe en je hebt echt iets radicaal vernieuwends.

Laten we vast nadenken over wat te doen als we straks allemaal 100 worden? We moeten dan ook niet inzetten op ‘zo snel mogelijk met pensioen’ maar op ‘zo lang mogelijk zinvol werk blijven doen’. Maar niet – zoals nu – je leven lang hetzelfde werk doen. Vaker een nieuwe carrière beginnen. Verdiep je eens in het Multi stage life concept, dat hierover gaat.

Of bekijk de documentaire ‘Your 100 year life‘ voor een (internationale) toekomstvisie op pensioen. Daar zie je daadwerkelijk bijna 100-jarigen in Japan – ons voorland qua vergrijzing – nog werken in zogeheten ‘silver centers‘.

Ik denk graag mee

De huidige pensioenplannen van Volt zijn tot nu toe weinig vernieuwend.

Ik denk, praat en werk graag mee om een daadwerkelijk vernieuwende pensioenvisie te ontwikkelen.

Sjaak Zonneveld

PS: Voor iedereen die nu denkt ‘Ja maar jij komt ook uit de pensioenbranche’. Dat klopt niet. Ik heb een software achtergrond, maar door mijn boek ben ik een jaar of 10 geleden de pensioenwereld ingerold. Met een frisse blik op ons pensioenstelsel. Inmiddels ben ik mede-eigenaar van BrightPensioen. Een sociaal onderneming met als maatschappelijke doelstelling: de witte vlek verkleinen. En ons pensioenstelsel eerlijker en toekomstbestendiger maken. Ik ben pleitbezorger van de PEPP, maar niet uit commercieel belang. Dat is een product dat BrightPensioen niet biedt.