Het afgelopen jaar heb ik diverse pensioenevenementen bezocht. Als spreker, panellid of ‘gewoon’ als deelnemer. Vorige week was ik bij de am: pensioenstrijd en ik realiseerde me dat die evenementen wel een beetje op elkaar beginnen te lijken. Pensioenfondsmensen die uitleggen dat Defined Benefit toch echt een heel mooi systeem is waar we vooral aan vast moeten houden. Anderen leggen uit waarom we uiteindelijk een keer naar Defined Contribution zullen moeten overgaan, wil ons stelsel in de toekomst houdbaar blijven. De discussies gaan meestal over solidariteit, collectiviteit en keuzevrijheid, waarbij standpunten vaak flink verschillen.
Aan de andere kant is iedereen het er wel over eens dat we beter en eerlijker moeten communiceren, dat we wat meer naar de deelnemers moeten luisteren en dat we ooit echt eens een keer van die oneerlijke doorsneepremie af moeten. En dat leidt dan tot dit soort adviezen. Maar afgelopen week werd er opeens door verschillende partijen bepleit dat de doorsneepremie eigenlijk helemaal niet zo oneerlijk is. Dat het slechts een klein groepje hoog opgeleide elitaire jongeren is dat heel egoïstisch de doorsneepremie wil afschaffen. Professor Erik Lutjens zei tijdens een debat over solidariteit, dat jongeren die tegen de doorsneepremie pleiten egoïstisch en kortzichtig zijn. En Peter Borgdorff, directeur van pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) schreef in zijn blog dat slechts enkele hoogopgeleide jongeren liever zelf hun pensioen zouden regelen. Maar de grote meerderheid van de mensen wil graag dat alles bij het oude blijft. Ja, PFZW had onderzoek gedaan waaruit bleek dat zelfs de meerderheid van de jongeren geen problemen heeft met de doorsneepremie. Say what??? Ja, de meerderheid van de jongeren vindt de doorsneepremie niet oneerlijk, zou blijken uit dat onderzoek.
Ik ging er eens goed voor zitten en al snel kwam de vraag uit de mouw. In het onderzoek had men gevraagd: “Persoon A heeft 20 jaar lang premie betaald, van zijn 25ste tot zijn 45ste. Persoon B heeft precies evenveel premie betaald, ook gedurende 20 jaar, maar van zijn 45ste tot zijn 65ste. Vindt u het terecht dat beiden hiervoor evenveel pensioen terug krijgen?” Het zal niemand verbazen dat de gemiddelde Nederlander zal antwoorden dat hem dit best eerlijk lijkt. Want wie begrijpt nu precies hoe dat zit met die doorsneepremie. Het klopt dan ook wel dat het vooral hoogopgeleide jongeren zijn die begrijpen dat ze door de doorsneepremie gen@@id worden. Ik ken zelfs genoeg hoogopgeleiden die dat ook niet doorhebben. Het is zeer kwalijk dat PFZW op basis van een dergelijke vraagstelling durft te concluderen dat jongeren de doorsneepremie niet zo’n probleem vinden. En het is ronduit schandalig om die jongeren die tegen de doorsneepremie ageren (omdat zij wél snappen hoe oneerlijk en achterhaald die is) elitair en egoïstisch te noemen.
En dag later was ik bij de presentaties van het Pensioenlab. De maanden ervoor was ik (als begeleider van één van de teams) getuige van hoe creatief en constructief deze jongeren – in hun vrije avonden en weekenden – bezig waren met het ontwerpen van een nieuw, eerlijk en duurzaam pensioenstelsel. Een stelsel dat rekening houdt met de belangen van jong en oud. Deze jongeren zijn alles behalve elitair of egoïstisch. Hoogopgeleid zijn ze ongetwijfeld wel. Maar het zijn niet de hoogopgeleide jongeren die een gevaar vormen voor ons pensioenstelsel. Het zijn juist de hoogopgeleide ouderen in pensioenfondsbesturen die alle veranderingen in de weg staan.
Zoals ik eerder schreef ben ik niet ‘voor de jongeren’ of ’tegen de ouderen’. Ik ben wel tegen oneerlijkheid. En de doorsneepremie is gewoon oneerlijk.
NB: op 5 november 2014 geeft Peter Borgdorff opeens toe dat de jongeren de dupe zijn van ons huidige pensioenstelsel. Het verstand komt blijkbaar met de jaren.