Afgelopen week tijdens carnaval in Maastricht, viel het me op dat ook daar het rookverbod in geen enkele kroeg gehandhaafd werd. Het is lachwekkend om nog van een rookverbod te spreken. Probeer eens aan een toerist uit te leggen of je in Nederland mag roken in een kroeg. En dat terwijl aantoonbaar grote aantallen mensen door een rookverbod stoppen. Ik zelf ben er een voorbeeld van. Ik was zo’n horecaroker maar ben inmiddels alweer zes jaar gestopt. Voor de scherpe lezer die concludeert dat we zes jaar geleden nog geen rookverbod kenden: dat klopt, in Nederland niet. In Zuid-Amerika waar ik toen was echter al wel. Nederland hobbelde internationaal gezien achteraan voor wat betreft het rookverbod.
Een andere maatregel die aantoonbaar werkt, is de roker financieel treffen. Bij het duurder worden van sigaretten stoppen rokers, maar er zit natuurlijk een limiet aan het verhogen van de prijzen van sigaretten. Dus laat ik eens op een andere manier de rokers proberen te overtuigen. Roken is namelijk nog veel duurder dan de meeste rokers zich realiseren.
Dat heeft te maken met pensioen. Bij mijn allereerste pensioen bijeenkomst op mijn werk, ergens in de jaren 90 informeerde ik of rokers een lagere premie betaalden. Dat werd afgedaan als een lachwekkende vraag. Nee, zo werkte het natuurlijk niet! Een jaar eerder had ik een huis gekocht en bij de levensverzekering die bij het huis hoorde, werkte het wel degelijk zo. Het feit dat ik op dat moment rookte had wel degelijk invloed op de premie die ik moest betalen. Bij verzekeraars werkt dit blijkbaar maar één kant op.
Mensen die bij een pensioenfonds zijn aangesloten betalen allemaal dezelfde premie. Wanneer je met pensioen gaat krijg je een uitkering tot aan je dood. Rokers leven gemiddeld tien (bron: CBS) tot vijftien (bron: KWF kankerbestrijding) jaar korter dan niet rokers. Als ik de schatting van het CBS van tien jaar hanteer, komen we op de volgende berekening. De gemiddelde resterende leeftijd voor een man is vanaf zijn 67e jaar 16,5 jaar. Voor een rokende man is dat gemiddeld dus nog slechts 6,5 jaar. Hij betaalt echter wel evenveel premie. Hij betaalt dus ruim 2/3 te veel, gezien zijn kortere levensverwachting. Als je de pensioen- en AOW-premies bij elkaar opgeteld kom bij veel pensioenfondsen rond de 30% van iemands salaris. Dat komt overeen met één tot twee dagen per week werken. Een roker werkt dus ongeveer een dag per week voor de oude dag van een niet-roker en niet voor die van hemzelf.
Zo’n 25% van de mensen rookt nog steeds. Dit betekent dat de niet-rokers ruim 17% minder premie hoeven te betalen als gevolg hiervan. Dus als jij niet-roker bent, bedank de volgende keer je rokende medemens maar eens hartelijk voor dat deel van zijn premie. In pensioentermen noemen we dit solidariteit. Maar solidariteit binnen ons pensioenstelsel is eigenlijk een eufemisme voor sponsoring. In dit geval sponsort de roker zijn niet rokende collega. Er zijn nog meer vreemde vormen van ‘solidariteit’ in ons pensioenstelsel. Daarover lees je meer in Het Nieuwe Werken aan je pensioen.